Ondanks het weer, fikse hagel- en regenbuien, toch het buitenkookseizoen voor geopend verklaard en onder de overkapping een heerlijke moot zalm gerookt. We aten er asperges en een lekker kruimig aardappeltje bij. E.e.a. weggespoeld met een smakelijke Auxerrois ’22 uit onze ‘eigen’ wijngaard… 

Pekel de zalm met 4 delen zout (200 g), 1 deel bruine basterdsuiker (50 g), wat fijngehakte dille, gekneusde peper, en wat citroenrasp. Bedek de zalm met dit mengsel en laat het minimaal drie kwartier in de koelkast staan. Dan afspoelen, droogdeppen, en op een roostertje onafgedekt in de koelkast laten drogen.
Het roken is eenvoudig: twee eetlepels houtmot (echt heel fijne krullen, liefst bijvoorbeeld een mengsel van eiken en beuken), op de bodem van het rookoventje, daarboven het druipschaaltje, en daarboven het licht ingevette rooster met de moten zalm. Schuif dicht, en het geheel op het vuur zetten, na een paar minuten als het begint te roken het vuurtje laag zetten en na een half uurtje  tot drie kwartier is de zalm heerlijk warm en gaar met een heel lekkere fijne rooksmaak.
En de volgende dag: aspergesoep natuurlijk! 😋