Van Anne en Sjors gisteren een ravioli-vorm gekregen voor mijn verjaardag, dus vandaag werd die natuurlijk meteen uitgeprobeerd. Ik had nog nooit pasta(deeg) zelf gemaakt, dus dat was even experimenteren…

Deegje van patentbloem, ei, drupje olie en snufje zeezout maken, als het tot een mooi samenhangend geheel is gekneed de bal deeg in vershoudfolie een half uur in de koelkast laten rusten, dus dan mooi de tijd voor de vulling en de saus.
Voor de vulling mengen we mooi rundergehakt met Italiaanse kruiden, een beetje ei en wat geraspte pecorino.
Voor de saus fruiten we een sjalotje en twee teentjes knoflook in wat olijfolie. Na een paar minuten de tomato fritto toevoegen, nog wat Italiaanse kruiden en vers gehakte basilicumblaadjes. Op een laag vuurtje langzaam laten garen.
Nu komt het moeilijkste: de bal deeg uitrollen tot een dunne lap van zo’n 1-2 mm dik. Dat was nog best lastig, het bleef iets te dik naar mijn zin, dus daar gaan we nog eens flink op oefenen. De ravioli-vorm, licht bestrooid met wat bloem bedekken met deeg, vulling toevoegen in de kuiltjes, even met een kwastje water de randjes bevochtigen, de andere  lap deeg er op en goed de randjes aandrukken. De ravioli 8 min in ruim water koken. Opdienen overgoten met heerlijke tomatensaus met nog wat verse basilicum en pecorino. Smullen maar!

Het resultaat: zoals gezegd, het deeg mag een tikkie dunner – maar de smaak was onovertroffen, niet te vergelijken met fabrieks-ravioli!